De eerste windmolens werden gebruikt in China. De naam van deze windmolens is ‘panemoon’ en de windmolen hadden een verticale as en zeilen van riet. Ook in het oude Perzië gebruikten landbouwers windmolens om hun land te irrigeren met water. Vanaf de tiende eeuw ging men de windmolens ook gebruiken voor het malen van graan.
Nederlandse windmolen
De eerste Nederlandse windmolen zou in 1221 in het voormalige Zeeuws-Vlaamse dorpje Willemskerke hebben gestaan. Vanaf de 14e eeuw kwamen er steeds meer. Op het hoogtepunt stonden we wel 9000 windmolens in Nederland. De functie van deze windmolens was zeer gevarieerd. Ze werden gebruikt om graan te malen, hout te zagen, olie te persen, houtzagen of zelfs om een hele polder droog te leggen. Wat ze allemaal gemeen hadden, is dat ze afhankelijk waren van de wind.
De historische waarde
Het begon allemaal met een standaardmolen, die later een draaibare kap kreeg. Doordat de bovenkruier lag de kap los op de romp, wat 360 graden draaien mogelijk maakte. Begin 15e eeuw kwamen de eerste poldermolens, alleen werden hun taken later door de moderne stoomgemalen overgenomen. Na de Tweede Wereldoorlog nam de hype met de windmolens eigenlijk af. De historische waarde werd wel steeds groter. Sommige molens zijn nog steeds actief.